Instellingen in het menu Probleemoplossing
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
Beheer
aan.
2.
Open de volgende menu's:
●
Probleemoplossing
●
Fax
Fax T.30-opsporing
Dit is een gedrukt rapport met een overzicht van alle communicatie die heeft
plaatsgevonden tussen het verzendende en ontvangende faxapparaat tijdens de
laatste faxverzending- of ontvangst. De gedetailleerde foutcodes en overige
informatie kunnen van pas komen bij het oplossen van een specifiek probleem bij
het verzenden of ontvangen van een fax. Druk dit rapport af voordat u contact
opneemt met de klantenondersteuning van HP.
Fax V.34
Deze instelling bepaalt de verzendmethode van de modem. Met de instelling
Normaal
kan de modem alle ondersteunde faxsnelheden, tot 33.600 bps,
selecteren. Met de instelling
Uit
wordt de faxsnelheid ingesteld op 14.400 bps of
lager, afhankelijk van de snelheidsinstellingen voor verzenden en ontvangen.
Modus faxluidspreker
In de modus
Normaal
wordt de luidspreker van de modem ingeschakeld tijdens het
kiezen tot aan het moment waarop verbinding wordt gemaakt. Daarna wordt de
luidspreker uitgeschakeld. In de modus
Diagnose
wordt de luidspreker ingeschakeld
en blijft deze aan voor alle faxcommunicaties totdat de instelling weer wordt
teruggezet op
Normaal
.
Faxlogvermeldingen
In het faxlog
Standaard
staan elementaire gegevens, zoals het tijdstip en of het
verzenden is geslaagd. In het faxlog
Uitgebreid
staan de tussenliggende resultaten
van nieuwe kiespogingen. Deze staan niet in het faxlog
Standaard
.
314
Hoofdstuk 10 Problemen oplossen
NLWW
Problemen met de apparaatsoftware oplossen
(Windows)
Er wordt geen stuurprogramma voor het product weergegeven in
de map Printers
1.
Installeer de productsoftware opnieuw.
OPMERKING:
Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een
pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram
en selecteert u Sluiten of Uitschakelen.
2.
Sluit de USB-kabel op een andere USB-poort op de computer aan.
Er werd een foutbericht getoond tijdens de installatie van software
1.
Installeer de productsoftware opnieuw.
OPMERKING:
Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een
pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram
en selecteert u Sluiten of Uitschakelen.
2.
Controleer de hoeveelheid vrije ruimte op het station waarop u de productsoftware installeert.
Maak zo nodig zoveel mogelijk ruimte vrij en installeer de productsoftware opnieuw.
3.
Voer zo nodig Schijfdefragmentatie uit en installeer de productsoftware opnieuw.
Het apparaat bevindt zich in de modus Klaar, maar er wordt niets
afgedrukt
1.
Druk een configuratiepagina af en controleer de functies van het apparaat.
2.
Controleer of alle kabels goed zijn bevestigd en zich binnen de specificaties bevinden. Dit geldt
ook voor de USB- en stroomkabel. Gebruik een andere kabel.
3.
Controleer of het IP-adres van het apparaat op de configuratiepagina overeenkomt met het IP-
adres dat in de software voor de poort is ingesteld. Gebruik een van de volgende procedures:
Windows XP, Windows Server 2003, Windows Server 2008 en Windows Vista
a. Klik op Start. In Windows Vista klikt u op het Windows-pictogram in de linkeronderhoek
van het scherm.
b. Klik op Instellingen.
c.
Klik op Printers en faxapparaten (via de standaardweergave van het menu Start) of klik
op Printers (via de klassieke weergave van het menu Start).
d. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en selecteer vervolgens
Eigenschappen.
NLWW