Het apparaat drukt niet af
Als het apparaat helemaal niet afdrukt, kunt u het volgende proberen.
1.
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bedieningspaneel aangeeft gereed te
zijn.
◦
Als het bedieningspaneel niet aangeeft dat het apparaat gereed is, schakelt u het apparaat
uit en vervolgens weer in.
◦
Als het bedieningspaneel aangeeft dat het apparaat gereed is, probeert u de taak nogmaals
te verzenden.
2.
Als het bedieningspaneel aangeeft dat er een fout is opgetreden, lost u het probleem op en
probeert u de taak nogmaals te verzenden.
3.
Zorg ervoor dat alle kabels juist zijn aangesloten. Als het apparaat op een netwerk is
aangesloten, controleert u het volgende:
◦
Controleer het lampje naast de netwerkverbinding op het apparaat. Als het netwerk actief is,
brandt het lampje groen.
◦
Zorg ervoor dat u een netwerkkabel gebruikt voor de netwerkaansluiting in plaats van een
telefoonsnoer.
◦
Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist
functioneert.
4.
Installeer de HP-software vanaf de cd die bij het apparaat is geleverd of gebruik de
UPD-printerdriver. Het gebruik van algemene printerdrivers kan vertragingen veroorzaken bij het
wissen van taken in de afdrukwachtrij.
5.
Klik in de lijst met printers op uw computer met de rechtermuisknop op de naam van dit apparaat.
Klik vervolgens op Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
◦
Als u een netwerkkabel gebruikt voor uw netwerkaansluiting, controleert u of de printernaam
op het tabblad Poorten overeenkomt met de apparaatnaam op de configuratiepagina van
het apparaat.
◦
Als u een USB-kabel gebruikt en verbinding maakt met een draadloos netwerk, controleert u
of het selectievakje naast Virtuele printerpoort voor USB is aangevinkt.
6.
Als u een firewall op de computer gebruikt, blokkeert dit systeem mogelijk de communicatie met
het apparaat. Probeer de firewall tijdelijk uit te schakelen om te kijken of deze het probleem
veroorzaakt.
7.
Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal
of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen.
294
Hoofdstuk 10 Problemen oplossen
NLWW